GESCHIEDENIS LEUVEN
 
Om uw verblijf in onze mooie stad Leuven aangenamer te maken vonden wij het opportuun U te laten kennismaken met de geschiedenis van Leuven.
Het ligt niet in onze bedoeling om u een gedetailleerde beschrijving van al het moois van Leuven te geven.
Indien wij doormiddel van dit artikel een aantal van uw vragen hebben opgelost is ons doel bereikt.
Verder wens ik u een aangenaam verblijf in Leuven en veel kijkgenot.

In het mooie Leuven was er ten tijde van de oude belgen de natuurlijke grens 'De Dijle' die de stammen der Nerviers en Eburonen uit elkaar hielden. Ten tijde van de Romeinse inval was Leuven slechts van betekenis als grensgebied. Anno 884 na Chr. is er voor het eerst sprake van ALuvanium tijdens de bezetting van de noormannen. Deze werden verslagen in 891 door AArnold van Karinthië een Duitse koning. De eerste graaf van Leuven die gekend is, was van oorsprong uit Lotharingen.
Van 977 - 1015 regeerde ALambert met de baard deze maakte van de Leuvense burcht zijn stamslot en vormde zo een van de belangrijkste Dynastie's.

Leuven1

St-Pieterskerk (986), als oudste kerk van Leuven werd zij waarschijnlijk gesticht in 986 en verwoest door brand in 1176. In 1425 werd er gestart met de bouw van het huidige Gotische gebouw dat bijna volledig voltooid was in 1497. Oor­­­­spronkelijk, zouden drie torens de St-Pieterskerk sieren waarvan de hoogste meer dan 150 meter zou bereiken. Daar de fundering echter niet stevig genoeg bleek, werd er na een paar instortingen besloten om de toren te verlagen tot op zijn huidige hoogte.
­­­Een bezoek aan het museum van kerkelijke kunst, welk zich bevindt in de kerk, is zeker een aanrader. Het meest in het oogspringende, is het meesterwerk van Dirk Bouts AHet Laatste Avondmaal@ alhoewel men zeker niet mag voorbij gaan aan een ander juweeltje met name ADe Marteling van Erasmus.
 

 

 

 

Leuven3

Stadhuis (1448), gebouwd door Mathijs de Layens was het voorzien om het aan de Grote Markt gelegen stadhuis te sieren met een belforttoren, daar de bodem hier niet tegen bestand was werden de plannen aangepast. Zonder toren, is het trouwens nog steeds het absolute pronkstuk van Leuven dat echt vraagt om bezocht te worden. De 236 beelden die na 1850 geplaatst werden in de nissen, vertegenwoordigen onder meer kunstenaars, geleerden, Graven, Hertogen en andere bekenden die in een ver verleden iets met de historiek van Leuven te maken hadden.

 

 

 

 

 

College De Valk (1783), Voormalige pedagogie van de Artes-faculteit, opgericht rond 1434 en naar hier overgebracht in 1543.
De classicistische gebouwen werden opgetrokken in 1783 en gewijzigd op het einde van de vorige eeuw. De faculteit der rechten is er in ondergebracht. In 1966 werd een nieuw complex bijgebouwd naast het bestaande oude college.

 

Leuven2
Universiteitsbibliotheek (1921),Tijdens de eerste wereldoorlog werd de biblio­theek van de universiteit, toen ondergebracht in de Hal, vernietigd door brand. Met Amerikaanse gelden werd een nieuw bibliotheekgebouw opgericht in 1921 volgens de plannen van Whitney Warren, in Vlaamse Renaissance. De honder­den ingebeitelde stenen die in het gebouw werden verwerkt, herinneren aan de schenkingen. Op de middengevel staan de borstbeelden van Koningin Elisabeth, Koning Albert en prins Leopold.
Bovenaan in bas-reliëf, de brand van de oude hal. Op de zijgevels: beelden van de Sedes Sapientiae en Kardinaal Mercier.
De bibliotheek bevat meer dan een miljoen volumes.

 

 

 

 

Interbrew (1366), we onthouden 1366 wanneer er voor het eerst sprake is van brouwerij Den Hoorn. Ze werd zo succesrijk waardoor zij in de vijftiende eeuw reeds één der belangrijkste ondernemingen van Leuven was. Den Hoorn werd vanaf 1717 geleid door Sebastien Artois en zijn nakomelingen waarna het steeds verder groeide tot de multi-nationaal die we nu kennen. Het eerste gerstenbier dat in 1926 onder de naam Stella op de markt kwam bleek een zoveelste schot in de roos.

Het Klein-Begijnhof (1275), dateerend uit de dertiende eeuw, is gelegen aan de prachtige St-Geertruiabdij aan de Half-Maartstraat. De huizen echter dateren van de zestiende en de achttiende eeuw

St-Geertruiabdij (ca.1453) heeft de naam als toren zonder nagels zoals te zien is aan de opengewerkte spitse toren, hierdoor is zij ook gekend als één van de zeven wonderen van Leuven.

Abdij van Keizersberg, opgericht, op de oude locatie van de oude hertogelijke burcht, in de negentiende eeuw. Door Benedictijnse monniken uit de abdij van Maredsous met als doel het bouwen van een studiehuis

De St-Jacobskerk (ca.1222-1230), gelegen tussen de Brusselsestraat en het St-Jacobsplein, van op het St-Jacobsplein heeft men een mooi uitzicht op de klok die buiten de toren hangt, hierdoor krijgt zij ook het etiket van één der zeven wonde­ren van Leuven.

Taxi Gerard - Geschiedenis van LeuvenDe Kruidtuin (1738), een lust voor het oog en zeker een bezoek waard. Gelegen aan de Kapucijnenvoer en aangelegd rond 1738, hiermee de oudste en uniek voor België. Het hoeft verder geen betoog dat men eindeloos kan genieten van een uitgebreid assortiment gaande van indrukwekkende bomen tot allerhande mooie planten en niet te vergeten de mooie subtropische en tropische exemplaren welke te bezichtigen zijn in de serre.

Anatomisch Amfitheater van Rega, gebouwd in de achttiende eeuw, werd het gebruikt voor lessen Anatomie voor studenten geneeskunde en dit tot 1877. Van 1887 tot 1895 diende het als atelier voor de beeldhouwer Constantin Munier.

De Kartuis (1489), de weduwe van Karel de Stoute, Margaret van York, kreeg de eer om de eerste steen te leggen van het Leuvense Kartuizerklooster dat in 1521 werd geïncorporeerd in de Leuvense universiteit.

Sint-Antonius, dateerend uit de zeventiende en twintigste eeuw. Tevens rust­plaats van Pater Damiaan, gekend voor het helpen van de lepra patiënten op Hawaï.

St-Michielskerk, in Baroque stijl ontworpen door de Jezuïet Willem Hesius en gebouwd tussen 1650 en 1670. Prachtig om te bekijken is de subliem uitgewerkte voorgevel in Baroque stijl. Het doel hiervan was om de gelovigen te laten volhar­den in hun geloof.

Maria-Theresiacollege, voormalig Jezuïetencollege waar Maria-Theresia in 1778 het Seminarie voor Godgeleerdheid in onderbracht. De straatgevel is die van het voormalig Jezuïetencollege (17de E.).
Op initiatief van de faculteit van Theologie werd hier in 1778 het Veteranencolle­ge in ondergebracht, waar oudejaar-theologanten een pastorale vorming kregen.
De vleugel rechts op de binnenkoer werd toegevoegd voor het Seminarie-Gene­raal in 1786-1787. In 1826-1827 werden aan het Pauscollege de grote en de kleine Aula aangebouwd, die heden dienst doen als auditoria en zalen voor con-gressen en concerten.

Pauscollege, gesticht door paus Adrianus VI, oud-professor, in 1523. Herbouwd in 1776 volgens de plannen van Louis Montoyer in Classicistische stijl.
In 1786 bracht Jozef II het Seminarie-Generaal onder in dit college. Van 1825 tot 1830 was het filosofisch college van Willem I erin gevestigd.
Dit gebouw is nog steeds een pedagogie voor studenten.

Universiteitshal, was oorspronkelijk lakenhalle. Opgericht in 1317 door de architecten Jan Stevens, Arnold Hore en Godfried Raes (huidige benedenverdie­ping in Gotische stijl). In 1425 werd de pas gestichte universiteit ondergebracht in de vleugel langs de krakenstraat. De vier hogere faculteiten en de administratie vonden er onderdak gedurende vele eeuwen. De hal bleef leslokaal tot de eerste W.O.. De stad verkocht de hal volledig aan de universiteit in 1679. Het gebouw werd dan hoger opgetrokken (huidige eerste verdieping in Barokke stijl). In 1723 werd de regavleugel aangebouwd (classicistische gevel in zandsteen langs de zijde van de Oude Markt). In 1914 vernield door brand, hersteld in 1922.
Nu zijn de centrale diensten van de universiteit er nog steeds in ondergebracht.

Koningscollege, gesticht in 1579 door Filip II, koning van Spanje, eerst onderge­bracht in het H.Geestcollege, daarna in een huis op de huidige plaats. Van 1776 tot 1779 werd het huidige college opgetrokken in classicistische stijl.
In 1815 werd het gebruikt als beenhouwerij voor het Pruisisch leger. Enkele jaren later werd het door de universiteit opnieuw in gebruik genomen.
Tot heden is het instituut voor dierkunde er in ondergebracht.

College der Premonstreit, werd in 1571 in gebruik genomen voor de theologie-studenten van de verschillende Norbertijnenabdijen.
In 1755 werd het herbouwd in Lodewijk XV-stijl. De rechtbank van eerste aanleg werd er in ondergebracht in 1800.
In 1802 diende het als hospitaal en sinds 1818 wordt het door de universiteit gebruikt als Instituut voor Natuurkunde.

Heilig-Geestcollege, de patriciër Louis de Rycke schonk in 1442 een huis aan de universiteit voor de studenten van de Faculteit Godgeleerdheid, de oudste colle­gestichting aan de universiteit. Samen met verschillende andere huizen werd het college in de 18de E. grondig herbouwd. In 1804 werd het aan de stad afgestaan. In 1835 werd het opnieuw een pedago­gie voor de studenten van Godgeleerdheid, wat het vandaag nog is.

Van Dalecollege, Kanunnik Pieter van Dale van Antwerpen, oud-student van de universiteit, stichtte dit college in 1569 voor arme studenten van Antwerpen en Aalst die theologie en filosofie of kanunnik recht gingen studeren. Dit mooie 16de-eeuws college in renaissancestijl draagt nog kenmerken van de gotiek in de gevel aan de straatzijde.
Werd gerestaureerd eind 19de E.

Taxi Gerard - Geschiedenis van LeuvenAulnecollege, de prelaat Edmond Jouvent van de Cisterciënzerabdij van Aulne stichtte in 1629 het college voor de jonge religieuzen van zijn gemeenschap.
Vroeger was dit laat-gotische huis het refugium van de abdij. Het werd gedeelte­lijk herbouwd in classicistische stijl in de 18de E.. Enkele jaren na de opheffing van de universiteit onder het Frans Regime werd het verkocht. De ene helft werd herberg, de andere helft werd verdeeld in privé woningen.
Sinds 1857 heeft het Amerikaans College hier een onderdak gevonden.

St-Kwintenskerk, van 1252 werd ze gebruikt als parochie kerk. De in 1450 herbouwde kerk (Gotische stijl) laat nog enkel aan de torenbasis de oorspronke-lijke Romaanse stijl zien. Mooi is ook het in de jaren zeventig gerestaureerde koor met ramen in gekleurd glas.

Abdij van Park, geschonken door Godfried met de Baard in 1129 aan de Norber­tijnen. Deze prachtige bewaard gebleven abdij is een oase van rust net buiten de stadskern van Leuven. Omgeven door prachtige vijvers, groene weiden en uit­zonderlijke mooie gebouwen, waaronder de hoeve, poortgebouwen en de water­molen zeer indrukwekkend zijn.

Arendbergkasteel (14de E.), weggeschonken (19de E.) door de familie de Croy welk hun eigendom was sinds de 14de E.. Gebruikt door de Faculteit Toegepaste wetenschappen is het kasteel, traditionele stijl met een vleugje renaissance en laatgothisme, het bezoeken waard wat trouwens ook gedaan wordt door studen­ten die bij mooi weer liever studeren in het park rond het kasteel.

Het Groot Begijnhof van Leuven (13de E.), het begijnhof werd begin 13de E. gesticht, buiten de toenmalige stadsmuren.
De oudste huizen dateren van de 16de E. toen de oorspronkelijke lemen huizen werden herbouwd in steen. Zij droegen de naam van een heilige of van een gebeurtenis uit het testament. Er zijn 72 huizen. De kerk, toegewijd aan St-Jan de Doper, is vroeggotisch. Een gedenksteen in de rechtersteunbeer van het noordportaal vermeld 1305 als bouwjaar.
Rond 1600 woonden 300 begijnen op het begijnhof. Het waren religieuze vrou­wen die in gemeenschap leefden, maar geen eeuwige beloften moesten afleggen. Ze behielden hun eigen goederen en voorzagen in hun onderhoud.
Sedert 1925 is het Groot-Begijnhof onder het beheer van de Commissie van Openbare Onderstand (COO).

In 1962 werd het Groot-Begijnhof, behalve de kerk, verkocht aan de K.U.Leuven onder voorwaarde dat zij het ganse complex zou restaureren.
Een jaar nadien werd een aanvang gemaakt met de werken onder leiding van professor R. Lemaire.
Het Groot-Begijnhof is nu een Universitaire woonwijk. Er wonen studenten van 25 verschillende nationaliteiten.
De oude infirmerie werd ingenomen door de Faculty Club, een ontmoetingscen­trum voor alle leden van het academisch, wetenschappelijk, administratief en technisch personeel van de K.U.Leuven.
Het convent van Chièvres (nr.39) is ingericht ten behoeve van alle bewoners van het Groot-Begijnhof.
Op de verdieping zijn er de burelen voor het onthaal van vreemde studenten van de K.U.Leuven.
De zolder is ingericht als toneelruimte en tentoonstellingszaal en vergaderruimte.